Participatie of participatieparagraaf?

Tijdens de begrotingsbehandeling heeft D66 tegen een motie gestemd die een participatieparagraaf in raadsvoorstellen verplicht stelt. Waarom eigenlijk? Omdat we geen symboolpolitiek bedrijven en ons willen inzetten voor echte vernieuwende vormen van participatie, zoals Right to Challenge.

Participatie, oftewel meedoen aan de politiek door zoveel mogelijk burgers, is belangrijk. Democratie kan een loos woord worden als de burgers (mensen die rechten en plichten hebben) het gevoel hebben dat ze niet gehoord worden. Vaak is dat gevoel terecht. Burgers vinden het niet altijd makkelijk de weg te vinden naar de gemeente, naar de macht. Als raadsleden, volksvertegenwoordigers, zetten we ons in voor meer mogelijkheden om de stem van het volk te laten meewegen in belangrijke besluiten over onze stad en ons land.

Maar hé? Waarom stemmen tegen een motie Participatieparagraaf in Raadsvoorstellen? Na ruim een jaar in de Raad zie ik raadsvoorstellen voorbij komen met een plichtmatige tekst – ‘participatie nvt’, of ‘de stakeholders zijn geraadpleegd’, of iets dergelijks. Bij navragen blijkt al snel dat men met de gebruikelijke betrokkenen heeft gesproken, misschien een inspraakavond heeft georganiseerd, waar 12 inwoners zijn komen opdagen en 2 daarvan iets hebben gezegd (meestal in de trant van ‘niet in mijn achtertuintje’). Met een beetje geluk komt er ook een vragenlijst via Enschede Panel bij. Met nog meer geluk zijn dat zelfs de goede vragen. Behoorlijk treurig vind ik het, persoonlijk. Nog een hele lange weg te gaan.

Ruim een jaar zitten raadsleden in een commissie Enschede Akkoord bij elkaar om te bedenken: Wat voor participatie willen we eigenlijk? Mogen mensen alleen maar ja of nee zeggen, als de plannen al klaarliggen? Mogen mensen meebepalen hoe die plannen eruit zien? Mogen mensen zelf met plannen komen? En die zelf uitvoeren? En daar geld voor krijgen? We zijn er nog niet uit. Want, onze Koningin Maxima zei ooit dat ‘De’ Nederlander niet bestaat. ‘De’ Participatie bestaat dus ook niet.

Bovendien heeft de laatste jaren ‘participatie’ de bijsmaak gekregen van ‘doe het zelf maar’ en is ‘de participatiesamenleving’ ronduit een excuus geworden voor soms verregaande bezuinigingen.

Dus, terug naar de basis – in een democratische rechtstaat hebben we burgers met rechten en plichten, niet zomaar ‘inwoners.’ Meedoen is dus net zoveel een recht als een plicht. Een plicht van de Raad is de burgers te helpen met verschillende manieren om mee te doen. Soms is dat gewoon door ze goed te informeren, soms is het door te laten zien dat ze nu al vele mogelijkheden hebben voor inspraak, invloed uitoefenen en initiatief nemen. Soms is het ook het helpen organiseren van nieuwe vormen van gesprekken en meebeslissen.

Daarom hebben we ons, samen met de PvdA, ingezet voor het behouden en uitbreiden van Right to Challenge. Dit is een opkomende vorm van participatie, waarbij burgers een recht krijgen om de staat uit te dagen om bepaalde zaken anders te organiseren. Dat kunnen ze dan zelf doen en er geld voor krijgen. Dat kan natuurlijk niet zomaar, er zijn regels en afspraken nodig. Die kunnen per gemeente verschillen. Om Right to Challenge in het DNA van gemeente Enschede op te nemen, is werk nodig, cultuurverandering, lange adem en geen beloftes over gouden bergen.

Die cultuurverandering breng je niet teweeg met een participatieparagraaf. Bij het debat in de Raadzaal vorige week bleek dat de indieners zelf een zeer vaag idee hadden over de inhoud ervan. Met zo’n onbestemde opdracht wordt een participatieparagraaf louter een papiermonster. Een excuus om het echte werk niet te hoeven doen.

We willen dat wel. We willen met Right to Challenge aan de slag, en met andere innovatieve vormen van dialoog en betrokkenheid. Die paragraaf komt dan later vanzelf, als een slotakkoord van participatie, niet als een vervanging.

Margarita Jeliazkova
Woordvoerder burgerparticipatie, Fractie D66, Enschede